Surinaams volk gefeliciteerd

De Surinaamse Dollar:
Doelstellingen en waardevastheid

Inleiding
Suriname heeft op 1 januari 2004 een ingrijpende verandering ondergaan in zijn geldstelsel. De regering en de Centrale Bank van Suriname (CBvS) hebben de Surinaamse gulden (SRG) als munteenheid vervangen door een nieuwe munteenheid genaamd “dollar”[1]. Bij de omschakeling zijn alle in SRG uitgedrukte bedragen gedeeld door een factor 1000 m.u.v. de munten[2] en de muntbiljetten[3]; deze hebben hun nominale waarde behouden. De SRG bank-[4] en muntbiljetten waren tot en met 31 mei 2004 geldig als betaalmiddel doch als uitdrukkingsvorm van de Surinaamse dollar (SRD). Hierna bestond geen mogelijkheid om de muntbiljetten te verwisselen, terwijl de bankbiljetten na 31 mei 2004 nog dertig jaar alleen bij de CBvS verwisseld kunnen worden. Daarbij kan er vooraf en onderzoek worden ingesteld en worden kosten in rekening gebracht.
In dit artikel wordt ingegaan op de doelstellingen van de omschakeling op de SRD en het behoud van de waardevastheid ervan.


Waarom de overstap naar SRD?
Bedenk dat de situatie vóór januari 2004 zich onder andere kenmerkte door:
ongerief/inefficiëntie in het betalings- c.q. economisch verkeer vanwege vele nullen op de bankbiljetten en de grote hoeveelheden die gebruikt moesten worden;
het grote aantal bankbiljetten in omloop; circa 93.6 miljoen in december 2003. De vervanging ervan, gemiddeld om de 2 jaar, was derhalve erg kostbaar;
weinig vertrouwen van het publiek in de Surinaamse gulden. Dit kwam o.a. tot uitdrukking in de toename van de vreemde valuta tegoeden van ingezetenen bij het bankwezen.


Toename nullen op bankbiljetten

De toename van de nullen op de bankbiljetten is een gevolg geweest van de hoge inflatie in de negentiger jaren. Dit vond voornamelijk zijn oorzaak in de inflatoire financiering van de overheidstekorten op verschillende momenten in zowel de tachtiger als negentiger jaren. De geldhoeveelheid nam hierdoor toe, terwijl de productie niet in hetzelfde tempo groeide. Aangezien een significant deel van de goederen die wij consumeren uit het buitenland komt, werd door het extra in omloop gebrachte Surinaams geld een grote vraag uitgeoefend naar vreemde valuta om de goederen te kunnen importeren. Omdat de productie en export in Suriname geen gelijke tred hielden met de geldgroei, en dus ook niet de deviezeninkomsten, werd de prijs van vreemde valuta (= wisselkoers) steeds hoger alsook de prijzen van geïmporteerde goederen in Surinaams geld uitgedrukt. De onzekerheid ten aanzien van de prijs- en wisselkoersontwikkeling maakte dat velen hun financieel vermogen omzetten in vreemde munt, veelal de US-dollar of de euro, ter behoud van de waardevastheid (koopkracht) ervan. Door deze handeling werd echter extra druk uitgeoefend op de wisselkoers. Dit verschijnsel is een vorm van zowel dollarisatie als kapitaalvlucht.

Timing
Nadat er sprake was van goede productieperspectieven, de wisselkoers stabiel was voor zeker een jaar, de geldgroei onder controle was gehouden (waardoor de inflatie in hoog tempo daalde van bijna 100% in 1999 tot 15.5 % in 2002) en de begrotingsdiscipline tot op zekere hoogte was geïnstitutionaliseerd, was de tijd rijp om het geldsysteem te vereenvoudigen. Het Surinaamse geld moest weer de normale functies kunnen vervullen als ruilmiddel, rekeneenheid en oppot/spaarmiddel. Bij zo een operatie wordt veelal een andere munt geïntroduceerd, aangezien het publiek grotendeels het vertrouwen verloren heeft in de oude geldeenheid.

Institutionalisering begrotingsdiscipline
Dit is een van de belangrijkste voorwaarden geweest bij de introductie van de SRD, aangezien de vele nullen op de SRG-bankbiljetten voor een groot deel te wijten waren aan de slechte begrotingsdiscipline van de overheid.

In Suriname zijn in dit kader de volgende wettelijke stappen ondernomen, te weten:

De aanname van de Wet op de Staatsschuld (maart 2002) waarin nieuwe leenplafonds zijn vastgesteld: de binnenlandse staatschuld mag maximaal 15% van het BBP tegen marktprijzen zijn, terwijl de buitenlandse staatschuld maximaal 45% van het BBPmp mag bedragen. Op overschrijding van deze normen door de Minister van Financiën, zonder toestemming van de Nationale Assemblee, staat een gevangenisstaf van maximaal 10 jaar en een geldboete van maximaal SRD 2 miljoen. Daarnaast verliest de Minister zowel het actief als het passief kiesrecht en wordt in de toekomst uitgesloten van het bekleden van openbare ambten.
Het ter goedkeuring aanbieden van voorgestelde wijzigingen in de Bankwet 1956. Hierin is o.a. opgenomen dat:

als de president van de CBvS meer voorschotten aan de Staat geeft dan is toegestaan (maximaal 10% van de geraamde ontvangsten op de gewone dienst van de goedgekeurde begroting van het lopend jaar) hij aankijkt tegen dezelfde sancties als in punt 1 opgenomen. Deze 10%-norm was reeds opgenomen in de Bankwet 1956, maar er waren geen sancties verbonden aan het overschrijden ervan;
de president van de Bank geen bankbiljetten mag uitgeven indien de direct-opeisbare verplichtingen van de Bank niet gedekt zijn door goud en deviezen voor minimaal 50%.

Voordelen en risico’s
De overstap naar de SRD bood voordelen die volledig opwogen tegen het ongerief dat onvermijdelijk was in de gewenningperiode (inwisselperiode) en enkele kosten zoals aanpassing van administratie- en computer- programmatuur.

De voordelen betroffen onder meer:
besparing op vervangingskosten van bankbiljetten door vermindering van de in omloop zijnde aantallen. In de nieuwe situatie kan worden volstaan met 20% tot 25% van de oude aantallen;
verhoogde efficiëntie in het betalingsverkeer (o.a. minder biljetten nodig om betalingen te verrichten; het rekenen wordt vergemakkelijkt en het geldsysteem wordt vereenvoudigd[5]);
betere aansluiting op de rest van de regio;
hogere psychologische waardering voor de eigen munteenheid.

De risico’s die veelal gepaard gaan met een geldvereenvoudiging hebben te maken met ongeoorloofde afrondingen van prijzen in het nadeel van de consument en een trage acceptatie van de nieuwe munteenheid. In Suriname zijn de monetaire autoriteiten in staat geweest in een betrekkelijk kort tijdbestek het publiek dusdanig voor te lichten waardoor de omschakeling vrijwel feilloos heeft plaatsgevonden. Ten aanzien van de verkeerde afrondingen waren straffen opgenomen om dit te minimaliseren. Het betrof een maximale gevangenisstraf van 1 jaar of een maximale geldboete van SRD 1 miljoen.

Waardevastheid
Bij een muntvereenvoudiging is het van belang dat er stabiliteit is op het prijzenfront voor een lange periode. Een stabiele munt zal een positieve uitstraling hebben op de rentestand (verlaging op den duur), dus ook op de productie, en zal de vraag naar deviezen, die in belangrijke mate beïnvloed wordt door een behoefte aan een waardevast ruilmiddel, aanmerkelijk doen afnemen. De waardevastheid van de SRD is afhankelijk van het naleven van de wettelijke regels door de monetaire autoriteiten, de toename van de productie met name de exportproductie, de rationalisatie van de overheidssector en een gematigd loonbeleid. In dit proces is een goede verstandhouding tussen de sociale partners (overheid, bedrijfsleven en vakbeweging) doorslaggevend.

Ervaringen met één jaar SRD
De introductie van de Surinaamse dollar heeft niet geleid tot onderbreking van het economisch proces. De inflatie in 2004 is, in tegenstelling tot verwachtingen van critici o.b.v. ervaringen in andere landen, bedu iden d lager dan voorgaande jaren (naar verwachting circa 7%[6]). Ook is zowel de centrale bankkoers als de cambio/commerciële bankkoers (SRD per US$) gedaald. Voorts is de rente bij de commerciële banken voor lokale valuta in de tweede helft van 2004 verlaagd, welke niet alleen het vertrouwen van het bankwezen in de macro-economisch stabiliteit weerspiegeld, maar ook in de nieuwe munteenheid. De kredietverlening van de banken heeft positief gereageerd op deze veranderingen en vertoont een gestadige groei.

Slot
De overstap op de nieuwe munt heeft niet alleen te maken met economische overwegingen maar moet een teken zijn van een nieuw begin, een aankondiging van een nieuwe periode. Het is daarom de taak van elke Surinamer om bijdrage te leveren aan de waardevastheid van de SRD.

Drs. William M.M. Orie
Algemeen Econoom
Staffunctionaris op het Directoraat Monetaire Zaken
en Economische Aangelegenheden
Centrale Bank van Suriname

 



[1] De naam “dollar” is gekozen voor een betere aansluiting bij de overige CARICOM-lidlanden, aangezien het overgrote deel van dit economisch blok de dollar als munteenheid heeft.

[2] Munten zijn wettige metalen betaalmiddelen tot een beperkt bedrag uitgegeven door of vanwege de Minister van Financiën (1, 5, 10, 25, 100 en 250 cent).

[3] Muntbiljetten zijn wettige papieren betaalmiddelen tot een beperkt bedrag uitgegeven door of vanwege de Minister van Financiën (1 en 2,5 dollar).

[4] Bankbiljetten zijn wettige papieren betaalmiddelen tot onbeperkt bedrag uitgegeven door de Centrale Bank (5, 10, 20, 50 en 100 dollar).

[5] Voorheen bankbiljetten in 10 coupures: SRG 5, 10, 25,100, 500, 1.000, 2.000,5.000,10.000, 25.000 terwijl nu slechts 5: SRD 5, 10, 20, 50 en 100.

[6] Dit inflatieniveau is voornamelijk toe te schrijven aan kostprijsverhogende maatregelen, de enorm gestegen olieprijs op de internationale markt welke van invloed is op de prijzen van de importgoederen en het niet tijdig overschakelen van importeurs op de invoer van goederen uit de US$-regio. De US$ is namelijk reeds geruime tijd zwakker dan andere internationale valuta’s, waardoor de invoer uit deze regio een positieve invloed zou/zal hebben op het binnenlandse prijspeil van Suriname.

Exchange RatesMarch 09th and until further notice

Currency Buying Selling
USD 14,018 14,290
EUR 16,628 16,959
GBP 19,396 19,782
ANG 7,699 7,852
AWG 7,784 7,939
BRL 2,438 2,485
TTD 2,063 2,103
BBD 6,907 7,044
XCD 5,190 5,293
PER 100 GYD 6,657 6,790

Gold CertificatesMarch 09th and until further notice

Coupon SRD
5 gram 7.814,97
10 gram 15.629,94
50 gram 78.149,69
100 gram 156.299,39
500 gram 781.496,94
1000 gram 1562993,88
Gold LME: USD 1.701,00 /tr.oz.

Inflation

    Average End-of-period
2022   52.4 54.6
       
2023   Month-to-month Year-to-year
Jan   3.7 55.6
Feb   3.2 57.9
Mar   3.2 59.6
Apr   5.7 65.4
May   2.4 65.0
Jun   2.3 54.6
Jul   3.0 56.6
Aug   2.0 53.5
Sep   1.5 50.8
Oct   1.0 42.9
Nov   0.6 38.7
Dec   0.1 32.6
       
2024   Month-to-month Year-to-year
Jan   0.9 29.0
Feb*   0.4 25.4

*) Preliminary figures

 

 

Gewogen Gemiddelde Koersen30 april - 15:00u (Giraal)

Geldsoort Aankoop Verkoop
USD 33,407 33,741
EUR 35,706 36,003
GBP 41,889 42,710
ANG 18,355 18,715
AWG 18,559 18,923
BRL 6,519 6,646
TTD 4,940 5,037
BBD 16,468 16,791
XCD 12,373 12,615
GYD PER 100 15,874 16,185
CNY 4,614 4,704

Gewogen Gemiddelde Koersen30 april - 15:00u (Bankpapier)

Geldsoort Aankoop Verkoop
USD 30,216 31,108
EUR 32,589 32,993
GBP 37,888 38,638
ANG 16,602 16,931
AWG 16,787 17,119
BRL 5,896 6,013
TTD 4,468 4,557
BBD 14,895 15,190
XCD 11,191 11,413
GYD PER 100 14,358 14,642
CNY 4,173 4,256

GoudcertificatenApril 30

Coupure SRD
5 gram 25.314,29
10 gram 50.628,59
50 gram 253.142,93
100 gram 506.285,86
500 gram 2.531.429,28
1000 gram 5.062.858,56
Gold LBMA USD 2.333,55 /tr.oz.

Gewogen gemiddelde toegewezen OMO rente

Veiling ID Veiling Datum Rente (%)
CBTD240424-1W 2024-04-24 34,6
CBTD240417-1W 2024-04-17 34,3
CBTD240411-1W 2024-04-11 34,0
CBTD240403-1W 2024-04-03 37,8

Rente Beleningsfaciliteit

Veiling ID Veiling Datum Rente (%)
CBTD240424-1W 2024-04-24 41,5
CBTD240417-1W 2024-04-17 41,2
CBTD240411-1W 2024-04-11 40,8
CBTD240403-1W 2024-04-03 45,4
Weekbalans

Inflatie

    Average End-of-period
2022   52.4 54.6
       
2023   Month-to-month Year-to-year
Jan   3.7 55.6
Feb   3.2 57.9
Mar   3.2 59.6
Apr   5.7 65.4
May   2.4 65.0
Jun   2.3 54.6
Jul   3.0 56.6
Aug   2.0 53.5
Sep   1.5 50.8
Oct   1.0 42.9
Nov   0.6 38.7
Dec   0.1 32.6
       
2024   Month-to-month Year-to-year
Jan   0.9 29.0
Feb*   0.4 25.4

*) Preliminary figures